Bij de Kanjertraining leren kinderen op een speelse wijze hoe ze met sociale situaties om kunnen gaan. Op deze manier bevorderen wij onderling vertrouwen in de groep en leren we kinderen gedrag te herkennen, benoemen en hoe ze hiermee om moeten gaan.

De Kanjertraining bestaat uit een serie lessen met bijbehorende oefeningen om de sfeer in de klas (preventief) goed te houden en/of te verbeteren. Met de Kanjertraining leren kinderen op een positieve manier te handelen in sociale situaties. De methode geeft 4 manieren van reageren:

    • Tijger (witte pet)
      Is gewoon zichzelf, te vertrouwen, vriendelijk en aanspreekbaar op gedrag. De tijger denkt goed over zichzelf en goed over de ander.
    • Konijn (gele pet)
      Is te bang, vermijdend, faalangstig en stil. Het konijn denkt slecht over zichzelf en goed over een ander.
    • Aap (rode pet)
      Is de grapjurk, een uitslover, meeloper en overschreeuwt zichzelf. De aap denkt niet goed over zichzelf, maar ook niet goed over een ander.
    • Pestvogel (zwarte pet)
      Is de uitdager, bazig, sluit buiten en kan soms pesten. De pestvogel denkt goed over zichzelf, maar niet goed over een ander.

Van de vier handvatten is de witte pet van de tijger handig gedrag, waarmee de situatie het best kan worden aangepakt. De andere drie petten zijn onhandig gedrag. We spreken bewust van ‘petten’. Je kunt namelijk ieder moment besluiten om een andere pet op te zetten en handig gedrag toe te passen.

Binnen de Kanjertraining maakt de school ook gebruik van KanVAS. Dit is een systeem dat bestaat uit onder andere een sociogram en een vragenlijst. Ieder halfjaar vullen leerkrachten en vanaf groep 5 vullen ook de leerlingen KanVAS in. Hierdoor krijgen we beter zicht op de sociaal-emotionele ontwikkeling en het welzijn van ieder kind. Indien er zorgen zijn, kan ook ouders gevraagd worden een vragenlijst in te vullen. Zo wordt duidelijk waar misschien nog (extra) ondersteuning nodig is. De uitkomsten worden in een groepsplan sociaal-emotionele ontwikkeling gezet. Hier staan doelen in die voor de hele klas gelden, maar ook specifieke doelen voor individuele kinderen waar het komende halfjaar aan gewerkt gaat worden. Door hierover in gesprek te gaan met het kind, kan er samen gewerkt worden aan een sterke sociaal-emotionele ontwikkeling.